zondag 2 februari 2020

Wetteksten en apothekersrekeningen...

Goed, ik heb er een nachtje over geslapen, maar een heldere kijk op de zaak heb ik er nog niet mee.

Wat opzoekingswerk heeft me toch al het volgende geleerd:

  1. Die nieuwe digitale meters zullen, in tegenstelling tot de oude analoge technologie, apart kunnen registreren hoeveel stroom we, op elk moment, werkelijk van het net halen en hoeveel stroom onze zonnepanelen, op elk moment, werkelijk aan het net leveren. Werkelijk verbruikte netstroom en aan het net terug geleverde zonnestroom kunnen dus perfect apart worden verrekend, wat met de oude meters uitgesloten is.
  2. Met de oude meters krijgen we voor elke geproduceerde kWh zonnestroom een "korting" op ons werkelijke verbruik, zelfs als we die zonnestroom produceren op een totaal ander ogenblik dan wanneer we stroom verbruiken. Hoeveel bedraagt die korting? Welnu, ik heb er mijn laatste elektriciteitsfactuur bijgehaald en er even op gestudeerd (want er zitten nogal wat verschillende kostenposten in de totale factuur tegenwoordig), en een kWh elektriciteit die we van het net afhalen, werd ons in 2019 gefactureerd aan 0,263 EUR/kWh. Van dat bedrag is er 
    • 0,081 EUR/kWh te betalen aan onze energieleverancier (inclusief kosten WKK en groene stroom) - de energiekost;
    • 0,133 EUR/kWh te betalen aan de netbeheerder - de distributiekost;
    • 0,004 EUR/kWh te betalen aan heffingen en toeslagen;
    • 0,045 EUR/kWh te betalen aan BTW.


  3. Anderzijds betalen we nu ook nog prosumententarief, louter omdat we die zonnepanelen hebben liggen en er dus wordt van uitgegaan dat we voor een aanzienlijk deel van de stroom die ons daadwerkelijk via het net wordt geleverd, anders geen bijdrage aan de netbeheerder zouden betalen. Onze omvormer is er eentje van 3 kW (een beetje overgedimensioneerd t.o.v. onze panelen met een piekproductiecapaciteit van 2,75 kW) en blijkbaar is dat goed voor een jaarlijkse kost van EUR 223 + EUR 47 aan BTW = EUR 270 in totaal.
  4. Met de digitale meters zullen we blijkbaar de keuze krijgen: 
    • ofwel kunnen we (toch nog eventjes, maar liefst zo kort mogelijk nog, als het van de VREG afhangt tenminste) opteren voor een "virtueel terugdraaiende teller". Dan moeten we wel het prosumententarief blijven betalen, maar blijkbaar (voor zover hier online duidelijke info over te vinden is) draait de teller bij zonnestroomproductie die ons eigen ogenblikkelijk verbruik op het moment van de productie overtreft, dan terug. Hoe dat juist zit, dat terugdraaien? Wel, als men de VREG mag geloven, wordt dat geregeld door art. 31 van het "Vlaamse decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de uitrol van digitale meters en tot wijziging van artikel 7.1.1, 7.1.2 en 7.1.5 van hetzelfde decreet", alwaar de geharde wettekstenvreter het volgende lezen kan: “Art. 31. Aan titel IV, hoofdstuk I, afdeling XII, onderafdeling II, van hetzelfde decreet, wordt een artikel 4.1.30/1 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 4.1.30/1. In afwijking van artikel 4.1.31, § 3, 2°, is gedurende een periode van 15 jaar na indienstneming van de installatie voor prosumenten met een installatie die uiterlijk in dienst genomen is op 31 december 2020, de tariefdrager het vermogen van de installatie uitgedrukt in kilowatt of in het geval van een installatie op basis van zonne-energie het maximale AC-vermogen van de omvormer uitgedrukt in kilowatt. Indien de nettoafname van de prosument tussen twee afrekeningsfacturen groter is dan 0 kWh, wordt voor dat gedeelte van de afname de tariefdrager bepaald op afname uitgedrukt in kilowattuur...." "  Heel duidelijk is dat niet voor mij (waarschijnlijk heb ik daarvoor niet lang genoeg gestudeerd, neem ik aan), maar uit de reactie van de VREG op dit decreet, leid ik af dat dit betekent dat de digitale meter virtueel zou terugdraaien voor zowel energie- als distributiekosten als voor de heffingen. So far so good, ware het niet dat de VREG blijkbaar dit decreet heeft aangevochten bij het Grondwettelijk hof en dat die regeling dus maar tot eind 2020 min of meer verzekerd lijkt.
    • ofwel opteren we voor een nieuw systeem, waarbij ons het prosumententarief wordt kwijtgescholden, maar waarbij we wel distributiekosten krijgen aangerekend voor de ons werkelijk geleverde stroom, zelfs als we een poosje later net zo veel stroom terugleveren aan het net. M.a.w.: voor alle niet ogenblikkelijk zelf opgebruikte kWh zonnestroom besparen we op onze factuur de energiekost en heffingen die met een kWh elektrische energie overeenstemt (d.w.z. ongeveer 0.1 EUR/kWh), maar niet langer de distributiekost (nl. 0.16 EUR/kWh).
Tsja, dat zal nog wat studiewerk vergen om er de voordeligste regeling uit te halen (en heb ik wel alles goed begrepen?). Bovendien is het niet duidelijk wat zonnepaneel-eigenaars die een digitale meter hebben laten installeren, na 2020 boven het hoofd hangt: zullen ze dan nog steeds van de door de VREG aangevochten "virtueel terugdraaiende teller" regeling gebruik kunnen maken? Misschien moest ik maar eens proberen dat installeren van die digitale meter wat uit te stellen (tot 2022 of zo bv.). Ik heb eerlijk gezegd niet veel zin om voor proefkonijn te spelen...

1 opmerking:

  1. Dag,
    Wij hebben zonnepanelen sinds 2011. We hebben ook sociaal tarief en betalen geen prosumententarief. Ben eens benieuwd hoe dit voor ons gaat uitvallen met de nieuwe meter want daar hebben ze in de Wetstraat nog niet van gehoord denk ik. Ik heb al gekeken op de site van Fluvius en de datum van verandering van de meter staat er gelukkig nog niet in de lijst.

    BeantwoordenVerwijderen